Meer dood hout in bossen trekt kevers aan Het onstuimige weer van de afgelopen tijd heeft weer heel wat boomtakken doen sneuvelen. Gelukkig speelt dood hout tegenwoordig een belangrijke rol in het bosbeheer en mogen de gevallen takken blijven liggen. Ook ontstaan er langzamerhand grotere en oudere bossen. Dit alles is te merken aan de kevers die aan hout gebonden zijn.. Houtbewonende kevers Een aanzienlijk aantal keversoorten is gebonden aan dode of kwijnende bomen. Ze leven van vers dood hout, schimmels en paddestoelen of molm. Deze kevers trekken weer andere gespecialiseerde roofkevers aan. Onderzoek in Vlaanderen aan deze kevergroep toonde aan dat enkele bosreservaten goed op weg zijn om een zeer waardevolle doodhoutkeverfauna te herbergen: in drie bosreservaten werden meer dan 400 doodhoutkeversoorten aangetroffen. Toch kwam ook een knelpunt naar voren. De soorten die afhankelijk zijn van vermolmde bomen ontbreken vooralsnog grotendeels. Het zijn stuk voor stuk slechte verspreiders en de verwachting is dat pas als er netwerken van zeer oude bossen zijn, er voor deze soorten kolonisatiekansen ontstaan. In Nederland is de strikt beschermde vermiljoenkever een soort die gebonden is aan dood hout en recent ons land heeft weten te bereiken door de aanwezigheid van meer dood hout in onze bossen. De soort koloniseert waarschijnlijk pas nieuwe gebieden als er een grote hoeveelheid recent gestorven bomen aanwezig is, vaak na een grote verstoring zoals een waterstandsverhoging of storm. Na enkele jaren zijn de dode bomen niet meer geschikt voor de kevers en moeten ze in de omgeving nieuw geschikt biotoop vinden. Ook hieruit blijkt dat er een netwerk van oude bossen moet zijn, wil de vermiljoenkever zich duurzaam in een gebied kunnen handhaven. Van aaskever tot zweefvlieg De rol die ongewervelden in natuurbeheer en -beleid spelen is helaas niet afgestemd op hun soortenrijkdom en ecologisch belang: terreinbeheerders en ecologen kijken nog vooral naar planten en gewervelden. Er zijn echter veel voorbeelden te noemen van onderzoek aan deze kleine dieren, waaruit blijkt dat ze wel degelijk veel bruikbare inzichten geven. Het themanummer 'Ongewervelden en natuurbeheer' van tijdschrift De Levende Natuur zet er enkele op een rij. Naast de bovengenoemde onderzoeken aan houtbewonende kevers, behandelen de artikelen een scala aan onderwerpen. Onder meer hoe knelpunten in natuurgebieden als verstoring en isolatie af te lezen zijn aan de spinnen die er voorkomen. Hoe wormen en andere bodemdieren richting geven aan de bodemgesteldheid en voorwaarden scheppen voor de begroeiing en vice versa. Hoe meer dan duizend soorten, waaronder aaskevers, profiteren van het laten liggen van grote kadavers in natuurgebieden. Hoe zweefvliegen reageren op de groter en ouder wordende bossen en welke biotopen nu nog ontbreken. Welke effecten begrazing heeft op onder andere kenmerkende sprinkhanen, dagvlinders, mieren en bijen. Hoe beheerders actief ongewervelden kunnen stimuleren door de aanleg van heideakkers en het introduceren van kleine fauna met maaisel. Hoe een insectenrijk ecosysteem doorwerkt in de voedselketen en dus ook naar een groep als vogels, vormt de afsluiter. Bestellen Het themanummer 'Ongewervelden en natuurbeheer' bevat vijftien artikelen en is te verkrijgen door 15 euro over te maken op IBAN: NL89INGB0000081935, BIC INGBNL2A (voor Nederland) of IBAN: BE17 0001 7017 8921, BIC: BPOTBEB1 (voor Belgié) ten name van Abonnementenadministratie De Levende Natuur, Wageningen, onder vermelding van 'DLN-Ongewervelden, september 2013' en uw adres. Tekst: Jinze Noordijk Foto's: Tim Faasen; Ed Colijn; Roy Kleukers Vorig artikel Twee nieuwe vliegen voor Nederland op 1000-soortendag Volgend artikel Omroep Gelderland: Hoeveel spinnen zitten er in uw huis?