|
Nummer 63 - 13 april 2022 |
|
Help je mee bestuivers internationaal te beschermen? |
Naturalis, de Vlinderstichting en EIS Kenniscentrum Insecten zetten zich gezamenlijk in voor een ambitieus Europees onderzoeksprogramma voor bestuivers genaamd SPRING. Dit programma streeft naar een internationaal meetnet om bestuivers te monitoren en te beschermen. Daarvoor zoeken we hulp van vrijwilligers die in het veld willen helpen met waarnemen en tellen.
Achteruitgang van bestuivers
Bestuivers zijn onmisbaar voor onze natuur en voedselvoorziening. Toch staan ze al decennialang ernstig onder druk. Voor een succesvol beschermingsplan is een internationaal meetprogramma onmisbaar, want onze huidige kennis is helaas ontoereikend en bovendien ernstig versnipperd.
Internationaal netwerk
Bijen, zweefvliegen en vlinders zijn de belangrijkste bestuivers. Om hun populaties in Europa in kaart te brengen is een uitgebreid netwerk van meetpunten nodig, te vergelijken met een netwerk van weerstations. SPRING: Strengthening Pollinator Recovery through Indicators and monitoring is een project dat zo'n internationaal netwerk mogelijk maakt door samenwerking tussen een groep Europese onderzoeksinstituten. In Nederland wordt dit onderzoek geleid door Naturalis, met belangrijke rollen voor de Vlinderstichting en EIS Kenniscentrum Insecten. Samen bouwen we aan een Nederlands meetnet voor bestuivers en om dit een succes te maken zoeken we jouw hulp.
Hulp gezocht bij het veldonderzoek
We zoeken mensen die een veldwerkplek willen 'adopteren' en (samen met een andere vrijwilliger) tussen mei en september maandelijks waarnemingen aan bestuivers willen uitvoeren (5 tot 8 keer in totaal). De veldwerkplekken liggen verspreid door het hele land en worden in overleg met de deelnemers verdeeld. Voordat je begint, volg je een tweedaagse cursus waarin je de bestuiversgroepen leert herkennen en je uitleg krijgt over de activiteiten op 'jouw' veldwerkplek. De eerste keer dat je het veld in gaat word je begeleid door een deskundige. Je doet tellingen langs een vooraf uitgestippelde route en je vangt insecten met bekervallen. Ieder bezoek duurt ongeveer een dag.
Het unieke van dit veldwerk is, dat je tegelijkertijd met tientallen burgerwetenschappers in andere landen op eenzelfde manier informatie verzamelt, zodat we voor het eerst een totaalbeeld krijgen van bestuiverspopulaties in heel Europa!
Wie zoeken we?
- Enthousiaste natuurliefhebbers die zich gedurende tenminste één veldseizoen willen verbinden aan het meetnet van SPRING om bestuivers te tellen. Een veldseizoen loopt van ongeveer april tot september. In 2022 starten we in mei;
- Je vindt het leuk om de natuur in te gaan, bent nieuwsgierig en hebt bij voorkeur al eens tuininsecten, hommels of vlinders geteld;
- Je vindt het een uitdaging om bijen en zweefvliegen te tellen en te leren herkennen;
- Je bent beschikbaar voor de cursus op 20-21-22 mei 2022;
- Je kunt dit seizoen (2022) tussen mei en september maandelijks een dag besteden aan veldonderzoek (5 tot 8 keer in totaal). De locatie bepalen we in onderling overleg en is zo dicht mogelijk bij je woonplaats;
- Tijdens een velddag loop je een vaste route (2x 500 meter) waarlangs je zweefvliegen en bijen telt en zet je insectenvallen uit. De insectenvallen haal je na 6 uur weer op uit het veld en de vangst stuur je op naar een specialist.
Wat bieden we?
- Tweedaagse cursus 'Bestuivers herkennen
- Deze cursus wordt verzorgd door een expert vanuit EIS Kenniscentrum Insecten;
- Cursusdata: vrijdagavond 20 mei van 19.30-21.00 uur, zaterdag 21 mei van 9:30 tot 17:00 uur en zondag 22 mei van 9.30 tot 16:00 uur. Vrijdagavond is online, zaterdag en zondag verwelkomen we je in Naturalis;
- Locatie: Natuurhistorisch museum Naturalis in Leiden;
- Inclusief maaltijden;
- Reiskosten en eventuele overnachtingen worden vergoed.
- Veldwerk
- Begeleiding van een expert tijdens je eerste veldwerkdag;
- Materialen en zoekkaarten waarmee je in het veld aan de slag kunt;
- Een kans om andere natuurliefhebbers te ontmoeten;
- De kans om meer te leren over bestuivers, hun ecologie en diversiteit;
- Deelname aan een internationaal onderzoek dat het doel heeft de bescherming van bestuivers stevig op de kaart te zetten;
- Onkosten worden vergoed.
Meer informatie
Ben je geïnteresseerd, of wil je meer informatie?
Neem dan contact op met Merel Bozua-Hope.
Zie ook de website van Naturalis.
top
|
Vacature: Plaatsen Diopsis insecten camera's (juni-september 2022) |
De Diopsis insectencamera is een nieuw systeem voor het tellen en herkennen van vliegende insecten. Deze camera's worden deze zomer geplaatst in 5 provincies in Nederland. De ambitie is om een landelijk dekkend netwerk van automatische insectencamera's te ontwikkelen, om zo meer gedetailleerde gegevens te verzamelen over insecten, lange termijn trends te bepalen en effecten van maatregelen (bijv. maaien) op insecten in kaart te brengen. Zie voor meer informatie: diopsis.eu.
Voor het zomerseizoen 2022 zijn wij op zoek naar iemand die mee kan helpen om de camera's uit te zetten en weer op te halen. Het totale pakket van camera met batterij en zonnepanelen weegt zo'n 20 kilo. Aangezien sommige locaties niet direct langs een weg liggen is enige fitheid belangrijk.
Profiel:
- bezit van rijbewijs en auto
- fit voor lichamelijk werk
- kennis van of interesse in technische toepassingen
- probleemoplossend
- kennis van en interesse in insecten en natuur in het algemeen
Werkzaamheden:
- plaatsen en ophalen van camera's op locaties door heel Nederland (Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland, Flevoland, Friesland, Gelderland)
- plaatsen: vanaf eind mei tot begin juli 2022
- ophalen: vanaf eind augustus tot eind september 2022
- eventueel tussendoor checken van camera's (in overleg)
Wij bieden een vergoeding per uur + onkostenvergoeding (reis- en verblijfkosten) op basis van een nader te bepalen overeenkomst (bijv. zzp contract).
Ben je geïnteresseerd? Neem voor meer informatie contact op met Chantal Huijbers.
top
|
Nationale Bijentelling: 23 en 24 april |
In het weekend van 23 en 24 april is weer de Nationale Bijentelling!
Nederland wordt elk jaar massaal opgeroepen om bijen te tellen tijdens de Nationale Bijentelling. Door slechts een half uurtje alle bijen in je tuin, op je balkon of op een andere groene plek in de buurt te tellen, kan je al bijdragen aan de bescherming van de wilde bij. De telgegevens over de aantallen bijensoorten zijn van belang voor wetenschappers om meer te weten komen over de stand van de bijen. Zo kunnen zij nog beter werken aan het beschermen van deze nuttige, maar deels bedreigde diersoort.
In 2021 deden ruim 11.000 mensen mee aan de bijentelling. In totaal telden zij - ondanks het koude voorjaar - 201.682 bijen. "Het is geweldig voor het onderzoek dat we dit jaar ruim dubbel zo veel tellingen binnen kregen", aldus Biesmeijer. Hij geeft aan dat zo'n 5 jaar achter elkaar moet worden geteld, om trends in bijenpopulaties van tuinen helder te krijgen en invloeden zoals weer uit te kunnen sluiten. Door de telling de komende jaren steeds te herhalen weten we welke soorten voor- of achteruit gaan in aantal.
Meedoen is eenvoudig, ook voor wie weinig of geen kennis van bijen heeft. Er is een telformulier en bijengidsje waarmee iedereen de zestien verschillende soorten wilde bijen, hommels en zweefvliegen kan herkennen. Ook kun je alvast oefenen voor de Bijentelling via spelletjes en leuke activiteiten.
De Nationale Bijentelling is een gezamenlijk project van Naturalis, Natuur & Milieu, IVN Natuureducatie en LandschappenNL. Het doel is om zoveel mogelijk over bijen te weten komen, zodat we de bij beter kunnen helpen. Daarom vragen we iedereen om mee te doen aan dit landelijk bijenonderzoek. De Nationale Bijentelling wordt georganiseerd in samenwerking met EIS Kenniscentrum Insecten en Waarneming.nl.
Voor aanmelding en meer informatie, zie de website van de Nationale Bijentelling.
top
|
Nieuw leven in werkgroep Neuropterida |
Onder impuls van het project om de Neuropteroide-collectie van Naturalis te digitaliseren, is de werkgroep Neuroptera nieuw leven ingeblazen. We gaan ons bezig houden met meer dan gaasvliegen alleen, want we nemen de zustergroepen kameelhalsvliegen (Raphidioptera) en grootvleugeligen (Megaloptera) ook mee.
Bovendien ontfermen we ons ook over de schorpioenvliegen en aanverwanten (Mecoptera), wat fylogenetisch zeer onverantwoord is, maar dat zien we door de vingers. De werkgroep heeft als doel om zo veel mogelijk informatie over deze groepen beschikbaar te stellen.
Om te beginnen hebben we al een literatuuroverzicht gemaakt voor het determineren van deze soorten, beschikbaar op onze werkgroepspagina. Er worden al behoorlijk wat gaasvliegen waargenomen, dus neem vooral een kijkje!
top
|
Excursies: Wantsenstudiegroep NHGL |
De wantsenstudiegroep van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg organiseert dit jaar weer diverse excursies. De excursies starten om 10.00 uur. Bij deelname te voren aanmelden i.v.m. doorgang en voor het verkrijgen van informatie over de verzamelplaats.
29 april |
Heikop - Brunssum |
20 mei |
De Driestruik - Roermond |
3 juni |
Koningssteen - Thorn |
17 juni |
Dilkensweerd - Ohé en Laak |
8 juli |
Hoge Fronten - Maastricht |
22 juli |
Grote Heide - Venlo |
5 augustus |
IJzeren Man - Weert |
19 augustus |
Daölkesberg - Valkenburg |
16 september |
De Doort - Echt (speciale waterwantsenexcursie) |
top
|
YouTube: Europese Sprinkhanencongres |
Na diverse malen te zijn uitgesteld vanwege de COVID19-maatregelen werd vorige week dan uiteindelijk het Europese sprinkhanencongres gehouden in Naturalis te Leiden.
Op 1 en 2 april werden presentaties gehouden over de studie en bescherming van sprinkhanen en krekels in Europa. Deze konden zowel ter plaatse als via een live-stream op YouTube worden gevolgd.
Alle lezingen blijven beschikbaar en kunnen nog worden bekeken op het YouTube-kanaal van EIS.
Het programmaboek en de gepresenteerde posters zijn beschikbaar op google-drive.
top
|
Oproep: Kopij voor Brachytron |
De Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie (NVL) zoekt auteurs en onderzoekers die wetenschappelijke artikelen, (uittreksels uit) onderzoekrapporten of mededelingen over libellen en libellenstudie kunnen aanleveren voor haar blad Brachytron.
Onderwerpen met een relatie naar Nederlandse of Vlaamse gebieden en soorten hebben de voorkeur, maar ook onderzoek door Nederlandse of Vlaamse onderzoekers elders kan de moeite waard zijn om hier een podium te krijgen. Waar nodig kan assistentie worden verleend met het omwerken van een onderzoeksrapport naar een artikel.
De Brachytron redactie heeft nieuwe richtlijnen opgesteld voor het schrijven van artikelen bedoeld voor de Brachytron. De redactie hoopt hiermee de drempel voor het schrijven van artikelen te verlagen. In twee verschillende documenten wordt het e.e.a. uitgelegd:
Hoe schrijf ik een artikel?
Richtlijnen voor auteurs
Voor contact: redactie@brachytron.nl of info@brachytron.nl. Zie ook onze website.
top
|
BioBlitz in Apenheul |
In een wereld waarin de (lokale) biodiversiteit met grote stappen achteruit gaat, worden initiatieven om dit proces tegen te gaan des te belangrijker. Bij Apenheul zetten wij ons al 50 jaar in voor soortbehoud van bedreigde diersoorten over de hele wereld door o.a. deelname aan conservatieprogramma's, educatie en bescherming van leefgebieden via het Apenheul Natuurbehoud Fonds.
Naast dat Apenheul sterk inzet op soortenbehoud van bedreigde diersoorten, zetten wij ook in op onze lokale biodiversiteit. Apenheul is gelegen in het grootse nationale park van Nederland, de Hoge Veluwe en wij ontwerpen onze gebieden altijd met respect en inachtneming van de lokale flora en fauna. In 2019 is ons nieuwste gebied geopend, met daarin de langste insectenmuur ter wereld, met extra aandacht voor inheemse flora en fauna. Omdat zonder te meten we niet kunnen weten in hoeverre de impact reikt van dit initiatief, zouden we graag een inventarisatie willen maken van de lokale fauna in dit gebied. De zogenaamde BioBlitz!
Wij zijn van plan om een BioBlitz pilot te draaien in mei en zijn op zoek naar experts op het gebied van diverse taxa van inheemse fauna die het leuk vinden om ons te helpen. De voorlopige datum van de Bioblitz is van maandag 16 t/m zondag 22 mei 2022. Wij zoeken gemotiveerde experts die met hun kennis van specifieke taxa op vrijwillige basis een soorten-inventarisatie willen maken in Apenheul. Voor deze pilot starten we met een inventarisatie van lokale fauna in het gebied rondom onze insectenmuur.
Wij bieden:
- Gratis toegang tot Apenheul voor de dag(en) waarop een inventarisatie wordt gedaan en een vrijkaart voor een extra dagje uit in Apenheul;
- Onbeperkt koffie/thee op de dag zelf;
- Bijdrage aan kennis over soortdiversiteit binnen Apenheul/Hoge Veluwe;
- Indien nodig, team van vrijwilligers om te helpen bij de inventarisatie tijdens de BioBlitz.
De informatie die verzameld wordt tijdens de BioBlitz wordt door ons gebruikt voor educatieve en communicatieve doeleinden (educatieve bebording & -meubels/ - driedimensionaal display, lespakketten, uitingen in social media, etc.). Uiteindelijk is het idee om de BioBlitz uit te breiden tot een groot, jaarlijks terugkerend evenement.
Ben of ken je een experts die graag met ons zou willen samenwerken, neem dan contact op met Esmee Beld. Geef dan ook aan voor welke taxa je zou kunnen deelnemen. Voor eventuele vragen, tips of adviezen kun je ook bij ons terecht.
We kijken uit naar een eventuele samenwerking en horen graag van je!
Esmee Beld en Lisette van den Berg
top
|
1000 soortendag in het Gooi |
Na de succesvolle 1000 soortendagen in 2014 en 2016 in het Gooi organiseren KNNV-afdeling Gooi, IVN en Vogelwerkgroep Het Gooi e.o. met ondersteuning van het Goois Natuurreservaat (GNR) weer een 1000-soortendag in 2022. Op vrijdag 20 en zaterdag 21 mei willen we zoveel mogelijk soorten van zoveel mogelijk soortgroepen in 24 uur inventariseren. Doel van deze 1000 soortendag is om te laten zien hoe groot de biodiversiteit in een het Gooi is. Vrijwilligers zijn nog van harte welkom.
Jubileumjaar Goois Natuurreservaat
Dit jaar bestaat het GNR 90 jaar. Met deze 1000-soortendag willen we laten zien dat de natuurgebieden in het Gooi niet alleen van belang zijn als recreatiegebied, maar ook heel belangrijk zijn voor de biodiversiteit.
1279 soorten in 2016
In 2016 werden 1279 soorten en ondersoorten gevonden. Het moet toch mogelijk zijn dat we dit aantal overtreffen. We starten vrijdagavond 20 mei met de inventarisatie van nachtvlinders, vleermuizen en nachtvogels. Zaterdagochtend 21 mei gaan we verder met de broedvogels en wellicht nog een late vleermuis. Om 9.30 uur vindt de officiële aftrap plaats door de directeur-rentmeester van het Goois Natuurreservaat Karin Kos waarna de inventarisatie van planten, insecten en alle andere plant- en diersoorten op gang komt. We sluiten de dag af om 17.00 uur met een hapje en een drankje in de Infoschuur. Met enig geluk en hard werken kunnen we dan het voorlopige resultaat presenteren.
Doe mee!
Organisaties of geïnteresseerden die een bijdrage willen leveren kunnen contact opnemen met Feiko Prins, tel. 06 234 30 687 of via e-mail. Vermeld wanneer je kunt komen, de soortgroep die je gaat inventariseren en welke hulpmiddelen je gebruikt of nodig hebt. Soortenkennis is uiteraard wel belangrijk!
top
|
Ongewervelden in de pers |
Luchtvervuiling maakt bloemengeur minder aantrekkelijk voor bijen en vlinders - ze raken ervan in de war
Door vervuilende stoffen in de lucht raken bijen en vlinders in de war. De stoffen maken de geur van bloemen minder aantrekkelijk. En het ging toch al niet goed met onze bestuivers.
Het artikel uit de Volkskrant van woensdag 19 januari is hier te lezen.
Meerlijnige hamerhoofdplatworm ontdekt
In een volkstuin bij Schoorl is onlangs een bijzondere ontdekking gedaan: de meerlijnige hamerhoofdplatworm. Dit is al de 9e platworm die de afgelopen 10 jaar is ontdekt, maar dit is misschien wel de mooiste. Hij is geel met donkerbruine lijnen, en zijn hoofd heeft de vorm van een hamer. Vandaar de naam, hamerhoofdplatworm, zoals de hamerhaai. Sytske de Waart van Naturalis doet onderzoek naar deze wormen en kwam kijken in de tuin van Lonneke Klein-Aarts, die ze daar voor het eerst vond.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 23 januari is hier te beluisteren.
Lieveheersbeestjes in de winter
Wilbert Kerkhof over lieveheersbeestjes in de winter in de duinen in Bergen aan Zee.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 23 januari is hier te beluisteren (vanaf 1:20:41).
Studenten worden massaal geteisterd door de schurftmijt
Hij kruipt onder de huid en veroorzaakt een ontzettende jeuk: de schurftmijt. Dit minuscule beestje, een spinachtige, is de afgelopen 10 jaar aan een opmars bezig. Studentenhuizen zijn er maar druk mee, de zalfjes die worden gebruikt om er vanaf te komen zijn niet aan te slepen. In een studentenhuis in Rotterdam maken ze van de nood een deugd en organiseren ze speciale schurftavonden.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 30 januari is hier te beluisteren.
Portretten van de orde der 'vliesvleugeligen'
De Britse fotograaf Eduard Florin Niga is gespecialiseerd in macro- en microfotografie van insecten. Voor zijn boek Ants: Workers of the World legde hij 'de mier' vast, recht van voren.
Het artikel uit de Volkskrant van dinsdag 8 februari is hier te lezen.
ObsIdentify is een app die al het leven kent
Kunstmatige intelligentie. De Nederlandse app ObsIdentify herkent 22.000 dieren en planten. En de gebruikers bouwen een schatkamer voor biologen.
Het artikel uit de NRC van donderdag 10 februari is hier te lezen.
Bijzonder inkijkje in oudste bos van Nederland dankzij zestig jaar onderzoek
Langlopend onderzoek naar loopkevers laat zien dat de keverpopulatie in het Mantingerbos de afgelopen zestig jaar stabiel gebleven is. Onderzoekers van het Willem Beijerinck Biologisch Station presenteren de resultaten aan gedeputeerde Henk Jumelet en gebiedsmanager Eric Menkveld van Natuurmonumenten.
Het artikel van RTV Drenthe van vrijdag 10 februari is hier te lezen.
Hoe een libellenlarve zijn prooi vangt
Het libellenseizoen is nog niet begonnen. Maar de larven zijn juist het hele jaar door te vinden. Ze leven onder water, goed verscholen tussen waterplanten of in de bodem en ze jagen daar op kleine prooien. Dat doen ze op een ingenieuze manier. Maar eigenlijk weten we niet goed hoe ze dat precies doen. Libellenlarven hebben een soort vangmasker waarmee ze hun prooien in een flits van een seconde kunnen verschalken. Een soort katapult. Libellen-expert Christophe Brochard is helemaal gefascineerd door dit bijzondere trucje en heeft het ook regelmatig gefotografeerd.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 20 februari is hier te beluisteren (vanaf 2:08:42).
Waarom je omgevallen bomen beter kunt laten liggen
Na de recente stormen liggen de bossen weer vol omgewaaide bomen en afgebroken takken. Beheerders zijn druk bezig met opruimen, maar als het aan ecoloog Patrick Jansen ligt laten ze juist zoveel mogelijk liggen. Dood hout is immers ontzettend belangrijk voor de biodiversiteit: bijna de helft van de aan bos gebonden soorten is er van afhankelijk.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 27 februari is hier te beluisteren.
Wat zoeken kevers in mollennesten?
Kevers vind je overal en op de meest gekke plekken, zoals in poep, kadavers of nesten van andere dieren. Zo is de kortschildkever bijvoorbeeld dol op nesten van mollen, net als de spiegelkever en de kaaskever. Maar wat zoeken zij daar precies? Jan Wieringa legt uit.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 6 maart is hier te beluisteren.
Nederlandse natuurorganisaties organiseren eerste schelpenteldag
De venusschelp, de kokkel, of toch het wenteltrapje. Welke schelpen vind jij op het strand? Dat willen natuurorganisaties graag weten. Deze zaterdag vindt de eerste schelpenteldag plaats. In navolging van onze zuiderburen organiseren verschillende natuurorganisaties dit jaar de eerste nationale schelpentelling. Iedere deelnemer verzamelt honderd schelpen, die hij of zij vervolgens determineert. Onderzoeker Frank Wesselingh van Naturalis neemt ons mee voor een proeftelling.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 20 maart is hier te beluisteren.
Waarom zeult de rode bosmier met kleverige hars?
Een beetje zon en de rode bosmieren zijn weer actief en starten meteen met het op orde brengen van hun nest. Met hun sterke kaken verslepen ze takjes en naalden. Sommige mieren in dit filmpje zeulen met relatief grote witte brokjes die op het nest worden gelegd. Deze stukjes kan je beter laten liggen want ze zijn van buiten hard, maar van binnen erg kleverig en ruiken naar hars. Entomoloog Jinze Noordijk van EIS Kenniscentrum Insecten bevestigt dat rode bosmieren stukjes hars gebruiken als materiaal om het nest mee op te bouwen. Bovendien is bewezen dat de hars een antibiotica-werking heeft en het mierennest vrijer van ziektes houdt.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 27 maart is hier te beluisteren.
Vlinders houden niet van stikstof
De meeste vlinders hebben moeite met de groeiende hoeveelheid stikstof in de natuur. De soorten die er het meest gevoelig voor zijn, zoals het gentiaanblauwtje of de veenbesparelmoervlinder, dreigen zelfs helemaal te verdwijnen. Maar er zijn er ook die zich goed kunnen aanpassen, zoals het oranjetipje of de citroenvlinder. De zogeheten stikstofindicator voor vlinders brengt het allemaal precies in kaart.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 27 maart is hier te beluisteren.
Zelf een bijenburcht bouwen
We hadden al nestkasten voor mezen en bijenhotels voor metselbijen, en nu komt er nog een nieuwe manier om dieren rond het huis te helpen. Met een mengsel van zand en leem kan je heel eenvoudig 'bijenburchten' bouwen, voor wilde bijen die in de grond willen nestelen. John Smit vertelt.
Het radio-fragment uit de uitzending van Vroege Vogels van zondag 27 maart is hier te beluisteren (vanaf 43:55).
Aanpak schadelijke rivierkreeften nog geen succes, wel 80.000 kreeften gevangen
Bij de proef met het grootschalig vangen van Amerikaanse rivierkreeften in Krimpenerwaard zijn ruim 80.000 kreeften uit het water gehaald, maar toch is de aanpak nog niet succesvol. Het water herstelt namelijk nog steeds niet voldoende, meldt Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard. De 80.000 kreeften zijn naar schatting de helft van het totaal aantal kreeften dat in het proefgebied van vijftien kilometer sloot rondzwemt.
Het artikel van Omroep West van zaterdag 30 maart is hier te lezen.
Plankton
Voor de 100e aflevering brengen we de basis van het leven in kaart: plankton. Deze haast onzichtbare diertjes en plantjes, die ook in de Noordzee en in het slootje achter je huis rondzweven, zijn van levensbelang. Ze zijn niet alleen belangrijk voor onze zuurstofvoorziening, maar kunnen ons ook van alles vertellen over hoe het klimaat verandert. Met speciale technieken brengt filmer Jan van IJken de felle kleuren en de mystieke vormen van deze micro-organismen in beeld. En zo ontdekken we dat plankton onder de microscoop er buitenaards uitziet.
Het tv-programma van Vroege Vogels van zaterdag 2 april is hier te bekijken.
Bijvriendelijke planten in je tuin? Da's nog niet zo makkelijk!
Nu het voorjaar is aangebroken is het een goed idee om je tuin bijvriendelijk te maken. Als je in het tuincentrum staat, zie je ontzettend veel verschillende planten en bloemen in allerlei prachtige kleuren. Maar planten uit het tuincentrum zijn vaak helemaal niet geschikt voor bijen. En daarnaast kunnen ze ook nog eens behandeld zijn met pesticiden.
Het tv-programma van Kassa van zaterdag 2 april is hier te bekijken.
Ecoloog uit Voorthuizen: "Tachtig procent minder zweefvliegen in bos bij Garderen"
Het aantal zweefvliegen in de bossen op de Veluwe is de afgelopen veertig jaar met wel 80 procent afgenomen. Dat concluderen onderzoekers dinsdag in een studie die is gepubliceerd in Insect Conservation and Diversity. Zweefvliegen spelen een belangrijke rol in ons ecosysteem en zijn na bijen de grootste bestuivers in ons land, aldus de onderzoekers.
Het artikel uit de Barneveldse Krant van dinsdag 12 april is hier te lezen.
Forse afname zweefvliegen en vliegsoorten in Veluwse bossen
Het aantal zweefvliegen in de bossen op de Veluwe is de afgelopen veertig jaar met wel 80 procent afgenomen. Dat blijkt uit een onderzoek dat vandaag is gepubliceerd in Insect Conservation and Diversity. Zweefvliegen zijn na bijen de grootste bestuivers in ons land, schrijven de onderzoekers.
Het artikel van RTL Nieuws van dinsdag 12 april is hier te lezen.
top
|
Ongewervelden op Nature Today |
Ook strandschelpen komen in golven
Het recente massale aanspoelen van de halfgeknotte strandschelp Spisula subtruncata bij Hoek van Holland was aanleiding het voorkomen van deze belangrijke soort te analyseren. Monitoring van aangespoelde exemplaren laat goed zien hoe onze kustnabije populatie zich de afgelopen decennia ontwikkelde. We zien een duidelijk golfpatroon - toepasselijk voor een onder de golven levend dier - met op dit moment een hoge piek.
Lees hier het bericht.
Ook kleine tuin belangrijk voor insecten
Nectar uit bloeiende planten is belangrijk voor vlinders en veel andere insecten. Het is hun brandstof: veel nectar betekent dat ze veel kunnen vliegen en dus meer kans hebben zich succesvol voort te planten. De aanwezigheid van voldoende bloeiende planten gedurende het hele vliegseizoen is dan ook van groot belang. Een Engels onderzoek heeft gekeken naar de nectarproductie van stadstuinen.
Lees hier het bericht.
Zes jaar verder: wederom goed nieuws uit Zuid-Hollands Bijenlandschap
Zes jaar geleden werden de eerste stappen gezet om een bloemen- en bijenrijk landschap te ontwikkelen in de Zuid-Hollandse regio rond Leiden, Zoetermeer en Alphen aan den Rijn. In 2015, 2018 en 2021 werd de bijenfauna onderzocht, zodat de ontwikkelingen nu al zes jaar gevolgd worden. De bijenfauna blijkt zich op een meerderheid van de locaties verder ontwikkeld te hebben.
Lees hier het bericht.
Duistere villa vestigt zich in de duinen van Walcheren
In 2020 werd in de duinen van Walcheren een populatie van de duistere villa Villa longicornis ontdekt. Deze wolzweversoort bleek hier al sinds 2014 voor te komen. Tot dat moment was de duistere villa in Nederland alleen bekend van een waarneming in 1924 bij Mook in Limburg.
Lees hier het bericht.
Gefaseerd maaien: er blijft altijd wat staan!
Op veel plekken ziet men de grote potentie van bermen en groenstroken voor de onder druk staande biodiversiteit. Er is steeds meer aandacht voor een natuurvriendelijk beheer ervan. Soms wordt wel gezegd dat gestopt moet worden met maaien, maar dat is meestal geen goede oplossing. Wel is het belangrijk dat er, ook nadat er is gemaaid, nog delen blijven overstaan.
Lees hier het bericht.
Libellenlarven jagen met katapult
Libellenlarven leven onder water en jagen daar op kleine diertjes. Ze vinden hun prooien op zicht of ze voelen beweging met hun antennes. Sommige soorten klimmen door planten, andere zitten stil op een stengel of zitten ingegraven in de bodem. Maar alle libellenlarven hebben een vangmasker onder hun kop. Een ingenieus instrument waarmee ze hun prooi verrassen.
Lees hier het bericht.
Wie heeft de grootste?
Voor wie wil vastleggen wat ze deden, zagen of aantroffen, is ooit het Guinness Book of Records opgericht. Wie heeft de grootste, langste, zwaarste, mooiste, meeste? Uitzonderlijke vondsten leidden half januari tot een mail-bel-zoom-rondje met de vraag: "Recordaantallen van ongewervelden-waarnemingen vastleggen, doen?" En zo ontstond een 'Begin es boek met records' van eigen bodem...
Lees hier het bericht.
Eerste jaar monitoring biodiversiteit in het voedselbos
Wageningen Environmental Research, HAS Den Bosch en Aeres Almere onderzoeken sinds afgelopen voorjaar hoe in voedselbossen de bovengrondse biodiversiteit zich ontwikkelt. Projectleider Jeroen Schütt: "Wij hopen te kunnen vaststellen hoe divers het systeem van een zich ontwikkelend voedselbos in de loop der tijd wordt en of het daarmee de biodiversiteit in agrarisch gebied kan helpen vergroten."
Lees hier het bericht.
Bloedzuigers op amfibieën gezocht
In de herfst van 2021 troffen vrijwilligers van Amphibian and Reptile Groups of the UK (ARG UK) iets opmerkelijks aan in het graafschap Devon in Zuidwest-Engeland. Ze vonden enkele gewone padden en bruine kikkers die grote hoeveelheden bloedzuigers op hun ogen, oksels en flanken hadden. RAVON gaat onderzoeken of dit fenomeen ook in Nederland plaatsvindt en om welke soorten het gaat.
Lees hier het bericht.
Op zoek naar de vuurdoornvouwmot
Van de nachtvlinders behoort het overgrote deel tot de zogenaamde microvlinders. Veel daarvan maken mijnen in bladeren. De rupsen leven niet van de hele plant, maar eten het blad van binnenuit op. De sporen die zo in het blad te zien zijn en de plantensoort die wordt gebruikt, geven vaak aanwijzingen welke vlinder eruit komt. Ook nu zijn er mijnen te vinden, bijvoorbeeld van de vuurdoornvouwmot Phyllonorycter leucographella.
Lees hier het bericht.
Hoe door TBT-afname de purperslakken terugkwamen
Op scheepsrompen vestigen zich veel organismen. Zo'n 'baard' verhoogt de weerstand en daarmee het brandstofverbruik. Rond 1960 kwamen aangroeiwerende coatings met tributyltin (TBT) in gebruik. Daardoor nam de purperslak Nucella lapillus sterk in aantal af. Na een verbod op deze stof stegen de aantallen weer. Ook in de Westerschelde, waar de TBT-gehaltes het hoogst waren, is de soort nu terug.
Lees hier het bericht.
Bescherming van de zeldzame stronkmier
De stronkmier Formica truncorum is een zeldzame en bedreigde bosmiersoort in Nederland, die alleen bij Ommen voorkomt. De afgelopen drie jaar is gepoogd de gehele populatie in kaart te brengen om de soort te kunnen beschermen.
Lees hier het bericht.
Een kijkje in de onontdekte wereld van het kronendak
Welke insecten vind je in het kronendak van een bos en wat zijn daarbij de verschillen per boomsoort? Interessante vragen. Zeker als je werkt aan bosherstel en inzet op weerbare bossen met meer variatie in boomsoorten. Maatregelen die de aanwezige monocultuur in een bos doorbreken en ook de insectenpopulatie kunnen beïnvloeden. Een onderzoek in Nederlandse boomkronen was welkom voor meer inzicht.
Lees hier het bericht.
Nieuwe exoot in het Noordzeekanaal
Begin februari 2022 werd in een bodemmonster uit het Noordzeekanaal een slakje ontdekt dat niet tot de inheemse Nederlandse fauna behoort. Onderzoek naar de exacte identiteit van dit 'stippellijn-tandslakje' loopt nog; de meest waarschijnlijke kandidaat komt uit Amerika. Het betreft een soort uit de familie Pyramidellidae, ectoparasitaire slakjes die op en van andere organismen leven.
Lees hier het bericht.
Nieuwe kevers ontdekt in het Nederlands-Caribisch gebied
Twee recent gepubliceerde studies documenteren 35 nieuwe keversoorten voor de eilanden Saba en Sint Eustatius. Ondanks deze laatste toevoegingen wordt geschat dat nog bijna driekwart van de keverpopulatie onbekend is. Kevers spelen een cruciale rol bij het afbreken van natuurlijk afval en het onder controle houden van insecten, beide belangrijk voor de Caribische eilanden.
Lees hier het bericht.
Het glazen muiltje van Cymbulia: het zeevlinderwonder van de oceaan
Cymbulia peronii is een zeevlinder die overal ter wereld voorkomt en soms in groten getale wordt opgevist. Dit bijzondere dier is genomineerd voor de 'weekdier van het jaar'-verkiezing 2022. Als deze soort de meeste stemmen krijgt, wordt het volledige genoom bepaald. Dit bevordert het onderzoek naar zeevlinders en hun aanpassingsvermogen aan oceaanverzuring.
Lees hier het bericht.
Opmerkelijke vestiging van de Azov slijkgarnaal in het Van Harinxmakanaal
Recent werd in het Van Harinxmakanaal in Friesland de Azov slijkgarnaal Chelicorophium maeoticum aangetroffen. De binnenwateren van Nederland herbergen inmiddels een behoorlijk aantal exotische soorten. De manier waarop ze Nederland hebben bereikt, is vaak goed te herleiden. De recente vondst van de Azov slijkgarnaal ligt echter allerminst voor de hand. Deze komt uitsluitend voor in de Zwarte Zee en de Zee van Azov.
Lees hier het bericht.
Bekijk het landschap als wilde bij: ecoprofielen voor bestuivers
Bijen en zweefvliegen zijn essentieel bij de bestuiving van voedselgewassen en wilde planten. In Nederland leven honderden soorten, maar de laatste decennia zijn hun aantallen en diversiteit sterk achteruit gegaan. Wageningen University & Research heeft samen met EIS Kenniscentrum Insecten en De Vlinderstichting een zevental ecoprofielen voor wilde bestuivers ontwikkeld.
Lees hier het bericht.
Glanzend nieuwe landslak
Soms duurt iets even. Hoewel het eerste exemplaar al op 5 april 2018 werd gevonden, kwam pas dit jaar het besef dat in ons land een nieuwe landslakkensoort leeft. Een ontdekking die haar glans zeker nog niet verloren heeft. Als Nederlandse naam wordt dan ook zuidelijke glansslak Morlina glabra voorgesteld.
Lees hier het bericht.
Imkers moeten inheemse zwarte honingbijen gaan houden
Bioloog Jacques van Alphen schreef een boek over biologen die door de eeuwen het natuurlijke gedrag van wilde honingbijen ontrafelen. Dat gedrag is van zichzelf al super interessant, maar het zet ook de manier waarop de commerciële bijenvolken gehouden en geteeld worden in een nieuw licht. Van Alphen stelt dat imkers inheemse zwarte honingbijen moeten gaan houden. Beter voor de soort en de imkers!
Lees hier het bericht.
De hommels vliegen weer!
De koninginnen van de hommels zijn volop actief en worden veel gemeld op invoerportalen als Waarneming.nl en Telmee.nl. Met deze losse waarnemingen krijgen we informatie, bijvoorbeeld over vliegtijden en verspreiding, maar om voor- en achteruitgang van hommels te bepalen hebben we monitoring nodig. Door jaar in jaar uit op dezelfde manier te tellen, krijgen we betrouwbare trends van de hommels.
Lees hier het bericht.
Wat wordt het Insect van het Jaar 2022?
Tot 9 april kan gestemd worden op vijf bijzondere Nederlandse insecten. Elk is geadopteerd door een bekende Nederlander die zijn of haar soort promoot. De organisatoren van Taxon Foundation hopen dat insecten zo meer bekendheid en waardering krijgen.
Lees hier het bericht.
Verdwijnen van slakken op Sint Maarten
Tijdens drie bezoeken in 2015, 2020 en 2021 aan Sint Maarten zijn land- en zoetwaterweekdieren onderzocht. Slakken zijn belangrijk voor een gezonde bodem en zijn een belangrijke voedselbron voor veel soorten. Verontrustend is de bevinding dat een aantal soorten landslakken achteruitgaat. Het vermoeden bestaat dat een aantal soorten volledig zal verdwijnen als er niet snel actie wordt ondernomen.
Lees hier het bericht.
Europees sprinkhanencongres in Leiden
Op 1 en 2 april komen sprinkhaandeskundigen uit heel Europa bij elkaar bij Naturalis voor het derde Europese sprinkhanencongres. Nederland loopt voorop als het gaat om de studie en bescherming van deze bijzondere insectengroep.
Lees hier het bericht.
Aziatische exoot met tanden
Wéér een exoot? Ja, en wat voor een! Dikke harige kanjers met een hele rij tanden. In een paar maanden tijd werden honderden Aziatische arkschelpen (Anadara kagoshimensis) in de Oosterschelde aangetroffen.
Lees hier het bericht.
Prachtige micro's nu te zien
In deze periode, in april en mei, beginnen er al veel soorten nachtvlinders te vliegen en rond te kruipen. Van een paar kleine vlinders (micro's) die de komende periode te vinden zijn, geven we hieronder wat zoektips en informatie. Dus ga eerst even lezen, inspiratie opdoen en daarna lekker op pad op zoek naar deze micro's! Zeer zeker vind je dan nog meer soorten dan hieronder genoemd worden.
Lees hier het bericht.
Stikstofdepositie negatief voor libellen van voedselarme milieus
Libellen zijn als aquatische insecten gevoelig voor veranderingen in het zoete water. Met veel soorten gaat het goed, maar juist bij de libellen van voedselarme milieus zien we dat veel soorten negatieve trends hebben. Eén van de factoren die hier een rol spelen is de te hoge stikstofdepositie die leidt tot voedselrijkdom en verzuring.
Lees hier het bericht.
Zweefvliegen in de Nederlandse bossen drastisch afgenomen
In het bos op de Veluwe zijn de aantallen zweefvliegen en zweefvliegsoorten drastisch afgenomen in de afgelopen decennia. Vergeleken met veertig jaar geleden werden er in 2021 dagelijks gemiddeld 80 procent minder zweefvliegen geteld en 44 procent minder verschillende soorten gevonden. Dit is de eerste keer dat de aantallen zweefvliegen zijn gekwantificeerd in Nederland.
Lees hier het bericht.
top
|
Nieuws van Bestuivers.nl |
Hoe bereken je Nederlandse bijentrends?
De Nederlandse overheid stelt zich ten doel om door middel van de Nationale Bijenstrategie de afnames van wilde bijen in Nederland om te buigen naar toenames. Dit programma is in 2018 van start gegaan en heeft ijkmomenten in 2023 en 2030. Op die momenten moet duidelijk zijn hoe het gaat met de trends van de meer dan 360 verschillende bijensoorten in Nederland. Maar dat is niet makkelijk te bepalen.
Verspreidingsgegevens van bijen worden in Nederland niet op een systematische manier verzameld. Dit bemoeilijkt het bepalen van betrouwbare trends per bijensoort. Bovendien heeft zich in de afgelopen 10 jaar een grote verandering voltrokken in de manier waarop de gegevens verzameld worden. Voordien waren de gegevens vooral afkomstig van een vrij kleine groep zeer deskundige bijenkenners. Met de opkomst van de website Waarneming.nl is het aantal gegevens van niet-kenners sterk gegroeid. Als gevolg hiervan is er een oververtegenwoordiging in het bijendatabestand van algemene, opvallende, goed herkenbare en veel in tuinen voorkomende bijensoorten. Dit is een trendbreuk die zich niet eenvoudig in trendberekeningen laat herstellen.
In opdracht van het Ministerie van LNV en in samenwerking met het Centraal Bureau voor Statistiek heeft EIS Kenniscentrum Insecten dit probleem nader onderzocht. Het blijkt mogelijk om de trendbreuk in het verzamelen van bijendata met statistiek te 'repareren'. Probleem is echter dat er dan maar weinig bijensoorten overblijven waarvoor een betrouwbare trend berekend kan worden: slechts 54 van de 360. Voor verreweg de meeste soorten zijn simpelweg te weinig bruikbare gegevens beschikbaar. De beste manier om tot betrouwbare trends van een groot aantal soorten te komen, is het opzetten van een systematisch meetnet.
De volledige rapportage is hier te downloaden.
Zweefvliegen Nederlands bos drastisch afgenomen
In het bos op de Veluwe zijn de aantallen zweefvliegen en zweefvliegsoorten drastisch afgenomen in de afgelopen decennia. Vergeleken met veertig jaar geleden werden er in 2021 dagelijks gemiddeld 80% minder zweefvliegen geteld en 44% minder verschillende soorten gevonden. Dit is de eerste keer dat de aantallen zweefvliegen zijn gekwantificeerd in Nederland.
Onderzoekers publiceren erover in Insect Conservation and Diversity op 12 april. De onderzoekers zagen dat er in de jaren '80 vooral zeldzame soorten zweefvliegen verdwenen. "Na 2000 zijn ook een aantal voorheen algemene soorten niet meer gezien", vertelt auteur Eelke Jongejans, ecoloog bij de Radboud Universiteit. Zweefvliegen zijn na bijen de belangrijkste bestuivers in ons land en spelen daarmee een belangrijke rol in ons ecosysteem. Een belangrijke groep zweefvliegen eet als larve bladluizen. Juist deze groep is in het natuurgebied het hardst achteruitgegaan.
Voor deze studie telde Utrechtse ecoloog Aat Barendregt veertig jaar lang zweefvliegen in een gemengd loof- en naaldbos westelijk van Garderen, omringd door andere bossen. Hij telde vanaf 1982 maar liefst 254 keer de zweefvliegen op dezelfde route van drie kilometer. "Het belang van zo lang dezelfde wandeling maken en nauwkeurig tellen is nu duidelijk, maar de verontrustende bevindingen wegen me zwaar op het hart", zegt Barendregt. Het is de eerste keer dat deze bestuivers zo consistent en langdurig op dezelfde locatie zijn geteld.
De nieuwe resultaten bevestigen de enorme achteruitgang in zweefvliegen die eerder in twee Duitse studies gevonden zijn. "In één studie hebben entomologen in Duitse open graslanden met zes insectenvallen de aantallen insecten geteld, waaronder zweefvliegen", vertelt Jongejans, ook betrokken bij die eerdere studie. "In deze nieuwe studie gaat het om een gemengd bos, met heel andere zweefvliegsoorten. Dat de resultaten grofweg vergelijkbaar zijn, zegt dat het in andere ecosystemen net zo dramatisch gesteld is met de zweefvlieg."
Omdat het onderzochte bos en haar omgeving in de loop der jaren weinig veranderd is, kunnen de onderzoekers het verlies van zweefvliegen niet verklaren uit het beheer van het bos. Externe factoren zijn daarom waarschijnlijk de oorzaak. De afname is niet alle jaren even sterk geweest. De hardste daling in de aantallen vond plaats in de jaren 1982-1990, gevolgd door een stabilisatie in de jaren 90. Sinds 2000 dalen de aantallen weer fors. "Zure regen en stikstofdepositie zijn mogelijke verklaringen voor de achteruitgang, alsook de influx van pesticiden", aldus Barendregt. "Het weer tijdens en voorafgaand van de dagen waarop geteld is kon de afname in zweefvliegen niet verklaren, maar dat sluit andere effecten van klimaatsverandering niet uit."
Theo Zeegers van EIS Kenniscentrum Insecten, en mede-auteur, vindt dat er nu snel een Rode Lijst voor zweefvliegen moet komen. "Deze dramatische afnames in zweefvliegen vereist dat we beter kwantificeren welke van de 340 Nederlandse zweefvliegsoorten bedreigd worden. Een Rode Lijst voor zweefvliegen bestaat nog niet, maar is daar wel een bruikbaar instrument voor."
Het artikel "Forest hoverfly community collapse: Abundance and species richness drop over four decades" is hier te lezen of te downloaden.
Overige berichten
Menno Reemer
top
|
Kijk op exoten 38 |
In het 38e nummer van Kijk op Exoten, het themanummer invasieve hybridisatie, ongewervelde artikelen over het paars vogelkopmosdiertje (Bugula neritina), de ringpootoorworm (Euborellia annulipes) en exotische rivierkreeften.
Op de laatste pagina van de nieuwsbrief zie je hoe je je ook aan kunt melden.
Kijk op Exoten 38 is hier te downloaden.
top
|
Vuurvlieg, mier en vlinder. Het verborgen leven van insecten |
Verwacht in juni 2022
Ze zijn overal, ze zijn vaak bijzonder mooi en ze houden er fascinerende, verborgen leefwijzen op na: insecten. Dit boek neemt je mee in de wereld van zespotigen in de Lage Landen en legt al hun geheimen bloot. Van eitje tot volwassen dier, van flirten tot ontpoppen; Vuurvlieg, mier en vlinder onthult hoe insecten leven en overleven. Over sluipmoordenaars, camouflagemeesters en casanova's onder de insecten; je ontdekt het in dit boek.
Vuurvlieg, mier en vlinder is een goed startpunt voor iedereen die meer wil weten over zespotigen of die recent gepassioneerd raakte. Op begrijpelijke wijze en met veel voorbeelden ontrafelt Petra Vijncke de mysteries van deze kleine wezentjes. Waarom gaan insecten zo hard achteruit en wat kan jij daaraan doen? Hoe begin je aan het op naam brengen van zespotigen? Ook dat komt in dit boek aan bod.
Vijncke, P. 2022
Vuurvlieg, mier en vlinder. Het verborgen leven van insecten
KNNV Uitgeverij, 248 pp.
top
|
Veldgids Kevers |
Verwacht in juli 2022
Deze kevergids is al 40 jaar hét standaardwerk in Europa en nu voor het eerst in het Nederlands vertaald. De 'Veldgids Kevers' behandelt meer dan 1000 soorten van Noordwest-Europa. Gedetailleerde kleurentekeningen en beschrijvingen helpen om de soorten snel en betrouwbaar te herkennen. Aangevuld met informatie over biologie, leefgebieden, bedreigingen en bescherming. Een must voor vakmensen en insectenliefhebbers.
Kevers zijn de meest soortenrijke groep insecten en komen in bijna alle landschappen op aarde voor. Tot op de dag van vandaag worden er nog steeds nieuwe soorten ontdekt. Ze kunnen rennen, springen, zwemmen, duiken en vliegen en vele delen ons leven.
Harde, K.W., M. Helb & K. Elzner 2022
Veldgids Kevers
KNNV Uitgeverij, 368 pp.
top
|
Freshwater Invertebrates in Central Europe. A Field Guide |
Verwacht in juli 2022
De tweede editie van deze gids over de ongewervelde zoetwaterdieren van Midden-Europa is een rijk geïllustreerd werk en een uitstekende bron van systematische informatie over de macrofauna.
Talrijke kleurenfoto's en aanvullende vectorafbeeldingen stellen de lezer in staat om specifieke soorten tot op familieniveau te identificeren. Het boek wordt aangevuld met videofragmenten.
"Freshwater Invertebrates in Central Europe: A field guide" is een must-have voor iedereen die geïnteresseerd is in de zoetwaterdieren van Midden-Europa, zoals dierwetenschappers en ecologen, maar ook voor studenten die lessen over ongewervelde zoetwaterdieren volgen.
Kriska, G. 2022
Freshwater Invertebrates in Central Europe. A Field Guide
Springer Nature, 409 pp., 887 kleurenfoto's en -illustraties
top
|
Die Libellen Deutschlands: Entdecken, Beobachten, Bestimmen |
Verwacht in juli 2022
Libellen zijn luchtacrobaten. Hun gevarieerde kleurpatronen en hun bijzondere ontwikkelingsstrategie in water en op land inspireren zowel onderzoekers als natuurliefhebbers.
Met dit nieuwe foto-identificatieboek kunnen alle libellen van Duitsland worden geïdentificeerd. Het boek geeft de belangrijkste identificatiekenmerken weer met behulp van detailfoto's en aanvullende notities en pijlen, waardoor het boek perfect te gebruiken is in het veld. Over elke soort wordt tevens informatie gegeven over habitat, kenmerken, verwarring met andere soorten, gedrag en het uitsluipen. Verspreidingskaarten geven een overzicht van de regio's waarin de soort voorkomt.
Frank, M. & A. Bruens 2022
Die Libellen Deutschlands: Entdecken, Beobachten, Bestimmen
Quelle & Meyer Verlag, 380 pp., ca. 1000 kleurenfoto's en verspreidingskaarten
top
|
An Identification Guide to Garden Insects of Britain and North-West Europe |
Verwacht in mei 2022
Een fotografische identificatiegids voor de 150 meest voorkomende soorten tuininsecten in Groot-Brittannië en Noordwest-Europa. Boordevol informatie en geïllustreerd met close-upfoto's, zet "An Identification Guide to Garden Insects of Britain and North-West Europe" de insecten in jouw tuin in de schijnwerpers.
De inleiding bevat informatie over hoe je insecten naar jouw tuin kunt lokken, een beschrijving van de onderdelen van een insect en details over de verschillende insectenordes. Elke soort wordt nauwkeurig beschrijven om je te helpen zelfs het kleinste wezen te identificeren. Elke soort wordt geïllustreerd met een of twee foto's waarop de onderscheidende kenmerken zijn aangegeven.
Ook bevat de gids details over levenscyclus, van ei tot imago, en een kalender die de tijd van het jaar aangeeft waarin de imago's te zien zijn.
Couzens, D. & G. Ashton 2022
An Identification Guide to Garden Insects of Britain and North-West Europe
John Beaufoy Publishing, 160 pp., 200 kleurenfoto's
top
|
IUCN Rode lijst van de libellen (Odonata) in Vlaanderen |
De Rode Lijstcriteria van de International Union for the Conservation of Nature (IUCN) zijn bedoeld om een gemakkelijke en universele methode te verschaffen om soorten te beoordelen op hun kans van uitsterven. Hoewel een Rode Lijst volgens de IUCN-criteria focust op die soorten die een hoog risico vertonen om uit te sterven, is dit niet de enige methode om prioriteiten en maatregelen te nemen voor hun bescherming. De Rode Lijstcriteria raden ook aan om Rode Lijsten bij voorkeur om de tien jaar te herzien.
De vorige Rode Lijst dateerde uit 2006. Omdat er sindsdien heel wat nieuwe data beschikbaar zijn en de status van verschillende soorten wijzigde, werd de actuele toestand van de libellen in Vlaanderen bepaald aan de internationale IUCN Rode Lijstcriteria. Hiervoor gebruikten we vier van de vijf mogelijke IUCN-criteria, nl. veranderingen in verspreiding (IUCN-criterium A), de areaalgrootte (IUCN-criterium B) en de geschatte populatiegrootte (IUCN-criteria C en D).
In totaal werden 59 soorten libellen afgetoetst aan deze criteria en vervolgens ingedeeld in de overeenkomstige IUCN Rode Lijstcategorie. Enkele nieuwe soorten hebben de laatste 2 decennia Vlaanderen weten te koloniseren en planten zich hier al langer voort (gaffelwaterjuffer, zuidelijke glazenmaker, zuidelijke keizerlibel en zuidelijke heidelibel) en beschouwen we door hun snelle en talrijke toename als inheems.
In totaal zijn:
- 5 soorten Regionaal Uitgestorven in Vlaanderen: mercuurwaterjuffer, dwergjuffer, noordse glazenmaker, tweevlek en bronslibel;
- 7 soorten Ernstig Bedreigd: speerwaterjuffer, maanwaterjuffer, hoogveenglanslibel, sierlijke witsnuitlibel, gevlekte witsnuitlibel, Kempense heidelibel en geelvlekheidelibel;
- 4 soorten Bedreigd: venglazenmaker, gewone bronlibel, noordse witsnuitlibel en zwarte heidelibel;
- 4 soorten Kwetsbaar: beekrombout, venwitsnuitlibel, bandheidelibel en steenrode heidelibel;
- 1 soort Bijna in Gevaar: plasrombout;
- de overige 43 soorten zijn Momenteel niet in Gevaar.
De Rode Lijst is hier te downloaden.
De Knijf G., C. Wils & D. Maes 2021
IUCN Rode lijst van de libellen (Odonata) in Vlaanderen
Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2021 (59). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel, 56 pp.
top
|
Nieuwe sluipwesp ook nieuwe soort voor wetenschap |
De sluipwesp Dicaelotus stoltei wordt in het Duitse vaktijdschrift Mitteilungen der Münchner Entomologischen Gesellschaft als nieuw voor de wetenschap beschreven op basis van materiaal uit Frankrijk, Duitsland, Italië én Nederland. Het enige Nederlandse exemplaar werd in 1970 door sluipwespenexpert en co-auteur Kees Zwakhals verzameld te Ede.
Sluipwespen van het genus Dicaelotus parasiteren Microlepidoptera en zijn daarom zelf ook klein. D. stoltei heeft een lichaamslengte van circa 6 mm. In totaal zijn nu 36 Dicaelotus-soorten uit Europa bekend waarvan er dertien in Nederland voorkomen.
Bron:
Diller, E. & K. Zwakhals 2021
Neue Dicaelotus-Arten aus der Paläarktis und Orientalis (Insecta: Hymenoptera, Ichneumonidae, Ichneumoninae, Phaeogenini)
Mitteilungen der Münchner Entomologischen Gesellschaft 111: 97-110
Foto Dicaelotus stoltei, vrouwtje: Erich Diller.
top
|
Dolkwespen duiken op |
Zo vervaarlijk als hun naam klinkt zien dolkwespen er ook uit. Menigeen zal deze grote en opvallend gekleurde angeldragers kennen uit Zuid-Europa.
Uit Nederland waren vertegenwoordigers van deze familie tot voor kort niet bekend. In 2019 werd echter in Oostkapelle de geelstreepdolkwesp Scolia hirta aangetroffen en in 2020 werd de reuzendolkwesp Megascolia maculata gezien bij een tuincentrum in Kortenhoef.
De geelstreepdolkwesp lijkt zich in Centraal-Europa op natuurlijke wijze uit te breiden en kan zo ook Nederland bereikt hebben. De vestiging van de meer zuidelijk voorkomende reuzendolkwesp lijkt onwaarschijnlijk door het (nog) ongeschikte klimaat.
Bron:
Verheyde, F., J. Devalez & P. Geene 2021
Eerste meldingen van dolkwespen in Nederland (Hymenoptera: Scoliidae)
Nederlandse Faunistische Mededelingen 57: 1-6
Foto Megascolia maculata, vrouwtje: Natascha.
top
|
Verrassing in kokertje van zandkorrels |
Kokerjuffers worden standaard meegenomen bij bemonsteringen van de macrofauna door waterschappen. De kennis van de Nederlandse kokerjufferfauna is dan ook goed.
Tot 2019 waren uit Nederland twee Leptocerus-soorten bekend: de algemene Leptocerus tineiformis met een karakteristiek doorzichtig kokertje van secreet en Leptocerus interruptus, een soort die slechts tweemaal is gevonden in de jaren 1930.
Het was daarom een verrassing toen tijdens het reguliere macrofaunamonitoringsonderzoek in 2019 een Leptocerus-soort met kokertjes van zandkorrels werd aangetroffen in het Overijssels Kanaal. Al snel volgden meer vondsten en in 2019 en 2020 werd Leptocerus lusitanicus op 23 locaties in Overijssel en Gelderland aangetroffen. Gezien de uitbreiding in de ons omringende landen gaat het hier om een recente natuurlijke kolonisatie.
Bron:
Hop, H. 2021
De kokerjuffer Leptocerus lusitanicus nieuw voor Nederland (Trichoptera: Leptoceridae)
Nederlandse Faunistische Mededelingen 57: 13-18
Foto: Hans Hop.
top
|
Vliegen op sap |
Sapstroomvliegen (Aulacigastridae) zijn een familie van kleine zwarte vliegjes die te vinden zijn aan de rand van wonden in boombast met uitvloeiend sap. De eitjes worden in de sapstromen afgezet. Hier leven de larven van het sap en/of de micro-organismen in het sap.
Lange tijd werd Aulacigaster leucopeza beschouwd als de enige vertegenwoordiger van de sapstroomvliegen in Europa en Nederland. Recent zijn echter twee andere Europese soorten beschreven en ook Aulacigaster falcata blijkt in Nederland voor te komen.
De eerste Nederlandse vondsten stammen uit 1994 en de soort is zich in Europa waarschijnlijk aan het uitbreiden. De laatste vondst van Aulacigaster leucopeza stamt daarentegen uit 1882.
Bron:
Pennards, G.W.A., J-W. van Zuijlen, E. de Bree & P.L.Th. Beuk 2021
De sapstroomvlieg Aulacigaster falcata nieuw voor Nederland (Diptera: Aulacigastridae)
Nederlandse Faunistische Mededelingen 57: 51-57
Foto: Theo Terwiel
top
|
Op mieren jagende treinreiziger |
Mierenjagers zijn spinnen gespecialiseerd in mieren als prooi en lijken zowel in uiterlijk als gedrag op hun prooidieren.
De sepia mierenjager Zodarion rubidum is een spin die in Zuid-Europa op droge puinhellingen en in steengroeven voorkomt. In West-Europa is de soort te vinden in steenslag langs het spoor en recent heeft deze spin zich uitgebreid langs spoorwegen in België, Duitsland en Polen.
In 2017 is de sepia mierenjager voor het eerst aangetroffen in Nederland. Ook de Nederlandse vondsten waren steeds op of nabij het spoor. Vermoedelijk is de recente snelle verspreiding in Europa een combinatie geweest van ritjes met de trein gevolgd door verbreiding langs het spoor.
Bron:
Verhoogt, K. & S. IJland 2021
De sepia mierenjager Zodarion rubidum nieuw voor Nederland (Araneae: Zodariidae)
Nederlandse Faunistische Mededelingen 57: 7-12
Foto: Rik Delhem
top
|
Nog meer nieuwe wantsen |
Onlangs verscheen in het vakblad Nederlandse Faunistische Mededelingen al weer de elfde bijdrage in de artikelenreeks 'Nieuwe en interessant Nederlandse wantsen'.
Sinds de vorige bijdrage uit 2020 werden zeven soorten wantsen voor het eerst voor Nederland gemeld. Het betreft Blepharidopterus chlorionis, Orthotylus junipericola, Tuponia brevirostris, T. hippophaes (Miridae), Nabis capsiformis (Nabidae), Coranus kerzhneri (Reduviidae) en Emblethis duplicatus (Lygaeidae).
Bron:
Aukema, B., J.D.M. Belgers, V.J. Kalkman, G. Lommen, M. Renden, H. Soepenberg & M. Speelman 2021
Nieuwe en interessante Nederlandse wantsen xi (Hemiptera: Heteroptera)
Nederlandse Faunistische Mededelingen 57: 29-50
Foto Nabis capsiformis: Mario Renden
top
|
Doodhoutkever in Bennekomse bos |
In het vroege voorjaar van 2021 is met behulp van een flight-intercept-bierval een nieuwe doodhoutkever gevonden voor Nederland. Het gaat om de Anobium hederae.
Zoals de wetenschappelijke naam al doet vermoeden leeft deze soort in hout van klimop Hedera helix. Op de vanglocatie in het Bennekomse bos komt overigens nauwelijks oude klimop voor. Dit in combinatie met het goede vliegvermogen van de soort vergroot de kans dat het een zwervend exemplaar betreft.
Bron:
Verhoogt, K. 2022
Anobium hederae (Coleoptera, Anobiidae), alweer een nieuwe doodhoutkever voor Nederland
Entomologische Berichten 82 (1): 31-34
Foto: Rik Delhem
top
|
Exotische mier in plantenpotten |
Plantenimport is de belangrijkste route van exotische mieren naar Nederland. Sommige van die mieren kunnen invasief worden.
In 2021 zijn op vier locaties plantenpotten met de Afrikaanse langsprietmier (Nylanderia jaegerskioeldi) aangetroffen, een soort die niet eerder in Nederland was gevonden. Bij de vondsten waren er twee waarvan de herkomst herleid is, in beide gevallen ging het om planten uit Italië.
Deze van oorsprong Afrikaanse soort is invasief in het uiterste zuiden van Europa en blijkbaar lokaal soms al zo talrijk dat ze nu via kwekerijen uit die regio ook weer verder worden verspreid. Het is niet de verwachting dat deze tropische soort buiten in Nederland kan aanslaan, maar elders zijn wel vestigingen in kassen bekend, hetgeen ook hier mogelijk is.
Bron:
Noordijk, J., J. Groothuis, M. Brooks & Th. Heijerman 2022
De exotische mier Nylanderia jaegerskioeldi gevonden in plantenpotten uit het mediterrane gebied
Dierplagen Informatie 25 (1): 20-23
Foto: Jitte Groothuis
top
|
Boegsprietmot uit de oude doos |
Op de Hoge Veluwe is tijdens een nachtvlindersessie in juli 2013 een boegsprietmot verzameld die niet op naam kon worden gebracht. Uiteindelijk is bekend geworden dat het om de zeggeboegsprietmot Monochroa ferrea gaat.
Dit is een nieuwe soort voor Nederland en ook buiten ons land een zeldzame verschijning. Een droge, zandige open vlakte met verschillende Carex-soorten is het geschikte habitat voor deze soort. De meeste waarnemingen komen uit landen rondom de Oostzee.
Bron:
Schaffers, J. 2022
Monochroa ferrea (Lepidoptera, Gelechiidae): a new species in the Netherlands
Entomologische Berichten 82 (1): 25-30
Foto: Joop Schaffers
top
|
Twee nieuwe sluipwespen door kweekonderzoek |
Na twee eerdere publicaties over sluipwespen die verschenen tijdens kweekonderzoek aan bladwespenlarven, is nu derde deel gepubliceerd, over de subfamilie Tryphoninae. Door dit kweekonderzoek zijn twee nieuwe sluipwespen ontdekt voor de Nederlandse fauna. Dit zijn Erromenus bibulus en Neleges proditor.
De bladwesplarve Pristiphora armata fungeert als gastheer voor Erromenus bibulus en is te vinden op eenstijlige meidoorn. Neleges proditor heeft Sterictiphora geminata als gastheer waarbij rozen de waardplant vormen.
Bron:
Zwakhals, C.J. & L.H.M. Blommers 2022
Tryphoninae (Hymenoptera, Ichneumonidae) reared from sawflies (Hymenoptera, Symphyta) in the Netherlands
Entomologische Berichten 82 (1): 9-18
Foto Neleges proditor: Kees Zwakhals
top
|
top
|
Van de redactie |
Dit is het drieënzestigste nummer van Tentakel, de digitale nieuwsbrief over ongewervelde dieren. Deze nieuwsbrief verschijnt onregelmatig naast de reguliere papieren EIS-nieuwsbrief.
In de nieuwsbrief is plaats voor allerlei korte berichten die het onderzoek aan ongewervelden in Nederland aangaan: berichten van het EIS-bureau, oproepen, bijzondere en fenologische waarnemingen, aankondiging van rapporten en boeken en een activiteitenagenda. Ook al uw bijdragen zijn welkom. U kunt deze sturen naar eis@naturalis.nl.
De nieuwsbrief is opgezet als Internetpagina (in HTML) en kan in de meest gangbare e-mailprogramma's worden gelezen. Met de berichtopmaak/e-mailindeling ingesteld op (originele) HTML ziet u behalve tekst ook plaatjes en kunt u via de blauwe links eenvoudig alleen dat nieuws er uit pikken dat u interesseert. Mocht u problemen hebben met het instellen van het HTML-formaat in uw e-mailprogramma schroom dan niet en neem gerust contact op. Of probeer het hier met uw webbrowser. Hier zijn ook alle reeds verschenen nummers beschikbaar.
Mocht u geen belangstelling (meer) hebben voor deze nieuwsbrief: een retour-mailtje naar dit adres is voldoende om uw e-mailadres te verwijderen van deze mailinglist. Aanmelden op dit adres is vanzelfsprekend ook mogelijk.
U kunt onze nieuwtjes volgen door u aan te melden via onze pagina op Facebook.
Ed Colijn
top
|