Doe weer mee met de rivierrombouttelling!
Het is weer tijd voor de
rivierrombout. Larven van deze libel kruipen uit de rivier de strandjes op.
Daar barst het huidje van de larve open en de libel ‘sluipt uit’. De
Vlinderstichting, EIS Kenniscentrum insecten en Waarneming organiseren daarom weer
de landelijke rivierrombouttelling. Invoeren kan via de speciale projectpagina.
De rivierrombout is een vrij
zeldzame libel, kenmerkend voor het rivierengebied. De soort is Europees
beschermd. Omdat de rivierrombout een verborgen bestaan leeft, weten we nog
weinig van de soort. Langs de grote rivieren, waar de jonge libellen zich
ophouden, komen relatief weinig waarnemers omdat er weinig andere soorten
voorkomen. Oudere individuen zwerven van de rivier weg om overal en nergens
voedsel te zoeken en worden ook weinig aangetroffen. Hoe het met de
rivierrombout gaat, is daarom niet goed bekend. Door met zoveel mogelijk
waarnemers in de uitsluiptijd van de rivierrombout naar de soort te zoeken,
kunnen we gezamenlijk het verspreidingsbeeld actualiseren. Dus doe mee en zoek
rivieroevers af op zoek naar deze bijzondere libel!
Wanneer?
De rivierrombout is het beste
te inventariseren door te zoeken naar larvenhuidjes en vers uitgeslopen
libellen. De oudere libellen vliegen namelijk weg van de rivier en zijn dan
moeilijk op te sporen. Het uitsluipen van larve tot imago gebeurt in de periode
juni-juli. De eerste uitsluipende dieren van 2019 zijn vanaf 9 juni al weer
gezien. De rivierrombouttelling duurt daarom dit jaar van 20 juni t/m 15 juli.
Hoe zoeken?
Uitsluipende larven en dus ook
de lege larvenhuidjes kunnen overal langs de grote rivieren gevonden worden,
meestal op zandstrandjes en keien aan de basis van rivierkribben. Loop zo’n
locatie zigzaggend af en zoek goed naar in het kale zand liggende huidjes. Vaak
liggen de huidjes op enige meters van het natte zand, in de ‘aanspoelzone’. Dat
is de hoogste lijn waar golfslag van de rivier nog net komt en waar veel
aangespoeld materiaal ligt. De huidjes zijn licht en waaien makkelijk weg. Kijk
daarom extra goed in hoekjes waar weggewaaid strooisel terecht komt. Hier
liggen vaak meerdere huidjes bij elkaar. Ook jonge, pas uitgeslopen imago’s
kunnen gevonden worden. Deze bevinden zich vaak in de ruigte achter de
zandstrandjes. Ze vliegen weg bij benadering en vallen dan op door hun nog
bleke verschijning en zwakke vlucht. Vaak gaan ze een klein stukje verderop
weer zitten, zodat ze goed bekeken (en gedetermineerd) kunnen worden.
Nog niet zoveel ervaring en
benieuwd hoe de soort te herkennen is? Kijk op de website van De Vlinderstichting.
Waarnemingen
doorgeven
Geef je waarnemingen door
op Waarneming of gebruik de app ObsMapp. De voortgang van de rivierrombouttelling
wordt dan direct inzichtelijk gemaakt op deze website. Ook gegevens die
zijn ingevoerd via Telmee of de app NDFF-invoer worden gebruikt, maar
deze waarnemingen zijn niet direct zichtbaar op Waarneming. Maak zo mogelijk
een foto van het huidje of de libel ter documentatie en voer die in bij je
waarneming.
Ook
nulwaarnemingen zijn belangrijk!
Het is niet alleen belangrijk
om te weten waar de soort gevonden wordt, maar ook waar wel goed naar de soort
is gezocht, maar waar hij niet is gevonden. Het is daarom ook mogelijk om voor
deze soort nulwaarnemingen in te voeren. Dus als je goed gezocht hebt in
geschikt habitat, (richtlijn: minimaal een kwartier per 100 meter oever),
vergeet dan niet een nulwaarneming in te voeren. Breng je alleen een
flitsbezoek en vind je de soort niet, voer dan geen nulwaarneming in.
De rivierrombouttelling wordt georganiseerd
door De
Vlinderstichting, EIS
Kenniscentrum insecten en Waarneming.nl.